vulkanen en het milieu

Invloed op weer en klimaat
De kracht van een uitbarsting bepaald welke invloed een eruptie heeft op weer en klimaat. Dit effect kan twee verschillende kanten opgaan. Aan de ene kant zijn er vulkaanuitbarstingen die een positieve bijdrage aan de opwarming van de aarde leveren. Aan de andere kant zijn er ook erupties die een wereldwijde daling van de temperatuur kunnen veroorzaken.
 
Zowel afkoeling als stijging temperatuur?
Laten we beginnen met de uitbarstingen die een stijging van de temperatuur kunnen veroorzaken. De meest voorkomende erupties zijn hier verantwoordelijk voor. Deze erupties zijn dus ook niet erg sterk. Over het algemeen gebeurt dit bij vulkaanuitbarstingen van VEI 0 tot en met 3. De asdeeltjes die bij de explosies vrijkomen, weten over het algemeen alleen door te dringen tot de troposfeer (de onderste 10 kilometer van de atmosfeer). Deze vulkanische stoffen houden hier de straling die afkomstig is van de aarde (en dus ook de warmte) vast.
Vulkanische erupties met een VEI van 4 komen eens in de 10 tot 100 jaar voor. Zwaardere explosies zijn zeldzamer. Bij uitbarstingen van deze categorieën (4 tot en met 8) kunnen de asdeeltjes tot grotere hoogte in de atmosfeer doordringen, zelfs tot in stratosfeer op zo’n 10 tot 50 kilometer hoogte boven het aardoppervlak. Op deze hoogte werkt de vulkanische as niet als ‘opwarmer’. Integendeel zelfs, in deze luchtlaag wordt de binnenkomende straling van de zon door de asdeeltjes tegengehouden.
 
Vulkanische winter
Bij een krachtige uitbarsting van een vulkaan kan dus veel as terecht komen in de stratosfeer. Als dat gebeurt, zal de temperatuur mogelijk wereldwijd iets dalen. De zonnestralen kunnen de aarde minder goed bereiken en daardoor dus minder goed op warmen. Dit heet een vulkanische winter. Dit effect is maar tijdelijk. Na verloop van tijd verdwijnen de asdeeltjes en neemt samen met de hoeveelheid zonnestraling ook de temperatuur weer toe.
 
 
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb